Jacques-Louis David cover
Jacques-Louis David

Jacques-Louis David

FR

161

Kunstwerken

1748 - 1825

Levensduur

Biografie van de kunstenaar

23 days ago

Jacques-Louis David (1748–1825) staat bekend als de meest vooraanstaande Franse schilder van zijn tijd en een sleutelfiguur in de neoclassicistische beweging van de late 18e eeuw, die reageerde op de vermeende frivoliteit van de rococostijl. Davids vroege leven, geboren in Parijs, werd gekenmerkt door tragedie; zijn vader werd gedood in een duel toen hij negen was, wat ertoe leidde dat hij werd opgevoed door zijn welvarende ooms die architect waren. Ondanks hun hoop dat hij architectuur zou gaan studeren, leidde Davids passie voor tekenen hem naar het atelier van François Boucher, die hem vervolgens doorverwees naar Joseph-Marie Vien, een schilder die meer aansloot bij de opkomende klassieke smaak. Na aanvankelijke tegenslagen, waaronder verschillende mislukkingen en een zelfmoordpoging, won David in 1774 de begeerde Prix de Rome. Deze beurs faciliteerde een transformatieve periode in Italië (1775-1780), waar hij zich verdiepte in de klassieke oudheid en de werken van de renaissancemeesters, wat zijn artistieke visie diepgaand vormde, weg van de lichtheid van de rococo naar een strengere en moraliserende esthetiek.

Bij zijn terugkeer in Parijs verwierf David snel erkenning. Zijn meesterwerk uit 1784, *De eed van de Horatii*, werd een sensationeel embleem van het neoclassicisme. De sobere compositie, ingetogen kleuren en de uitbeelding van stoïcijns Romeins patriottisme vonden diepe weerklank in de prerevolutionaire stemming en pleitten voor burgerdeugd en zelfopoffering. Dit werk, samen met latere schilderijen zoals *De dood van Socrates* (1787) en *De lictoren brengen Brutus de lichamen van zijn zonen* (1789), verstevigden zijn reputatie. Deze schilderijen waren niet louter stilistische oefeningen; ze droegen krachtige morele en, in toenemende mate, politieke boodschappen uit, in lijn met de idealen van de Verlichting en de groeiende onvrede met het Ancien Régime. Davids stijl werd gekenmerkt door zijn lineaire precisie, heldere composities en een dramatisch gebruik van licht en schaduw, waarbij hij inspiratie putte uit Caravaggio en Poussin, maar dit omsmeedde tot een uitgesproken neoclassicistische taal.

De Franse Revolutie (1789) zag Davids overgang van een gevierd kunstenaar naar een actieve politieke deelnemer en propagandist. Als fervent Jacobijn en vriend van Maximilien Robespierre diende hij in de Nationale Conventie, stemde voor de executie van Lodewijk XVI en werd feitelijk de artistiek leider van de Revolutie. In deze periode produceerde hij enkele van zijn meest iconische werken, waaronder *De dood van Marat* (1793), een krachtige en realistische afbeelding van de vermoorde revolutionaire leider, vaak beschouwd als een ‘Pietà van de Revolutie’. Hij ontwierp ook revolutionaire festivals en kostuums, waarbij hij zijn kunst gebruikte om de publieke opinie en iconografie vorm te geven. Zijn betrokkenheid leidde tot zijn gevangenschap na de val van Robespierre in 1794, gedurende welke tijd hij zijn enige landschap schilderde, *Gezicht op de Jardin du Luxembourg*, en een zelfportret.

Na zijn vrijlating na de Thermidoriaanse Reactie richtte David zich opnieuw op lesgeven en schilderen. Zijn werk *De tussenkomst van de Sabijnse vrouwen* (1799) signaleerde een verschuiving naar een meer gracieuze, Grieks geïnspireerde stijl en werd geïnterpreteerd als een pleidooi voor verzoening. Zijn talent trok al snel de aandacht van Napoleon Bonaparte, die hem tot Eerste Schilder van de Keizer benoemde. Onder Napoleon ontwikkelde David zijn ‘Empirestijl’, opmerkelijk vanwege zijn grandeur en warme Venetiaanse kleuren. Hij produceerde monumentale werken die het Napoleontische regime vierden, zoals *De kroning van keizer Napoleon en de kroning van keizerin Joséphine* (1805–07) en *Napoleon steekt de Alpen over* (1801). Ondanks zijn focus op historische en propagandistische onderwerpen, bleef David gedurende zijn hele carrière een meesterlijk portretschilder, die de persoonlijkheden van zijn modellen met opmerkelijk inzicht vastlegde.

Na de val van Napoleon in 1815 werd David, als koningsmoordenaar, verbannen naar Brussel. Hoewel zijn creatieve energie enigszins afnam, bleef hij schilderen en lesgeven. Zijn atelier was een smeltkroes geweest voor een generatie kunstenaars, waaronder Jean-Auguste-Dominique Ingres, Antoine-Jean Gros en François Gérard, wat zijn diepgaande invloed op de 19e-eeuwse Franse kunst, met name de academische salonkunst, verzekerde. Davids nalatenschap is complex: een meestertechnicus die het neoclassicisme definieerde, een politiek geëngageerde kunstenaar die turbulente tijden doorstond, en een invloedrijke leraar wiens werk de basis legde, zelfs toen zijn leerlingen zich uiteindelijk tot de romantiek wendden. Hij stierf in Brussel in 1825 en liet een oeuvre na dat nog steeds respect afdwingt vanwege zijn artistieke kracht en historische betekenis.

Items per pagina:
Portret van Anne-Marie-Louise Thélusson, gravin van Sorcy
Jong meisje en oude vrouw in bustoezicht
Portret van Jacobus Blauw 1795
Kroning van Keizer Napoleon I en Keizerin Joséphine in de Notre-Dame van Parijs op 2 december 1804
Studie van een vrouw die haar hoofd laat ruste
Naakte soldaten die met hun wapens gebaren maken
Belisarius herkend door een soldaat
Suzanne Le Peletier de Saint-Fargeau 1804