

Carl Larsson
SE
197
Kunstwerken
1853 - 1919
Levensduur
Biografie van de kunstenaar
Carl Olof Larsson (28 mei 1853 – 22 januari 1919) was een vooraanstaand Zweeds schilder en interieurontwerper, gevierd als een belangrijke vertegenwoordiger van de Arts and Crafts-beweging. Geboren in Gamla Stan, Stockholm, in extreme armoede, werd Larssons vroege leven gekenmerkt door ontberingen. Zijn vader, een losarbeider, was vaak afwezig of gewelddadig, terwijl zijn moeder onvermoeibaar werkte als wasvrouw om het gezin te onderhouden. Ondanks deze sombere omstandigheden kwam Larssons artistieke talent al vroeg tot uiting. Op dertienjarige leeftijd, aangemoedigd door een leraar op zijn armenschool, solliciteerde hij naar de Koninklijke Zweedse Kunstacademie en werd aangenomen. Aanvankelijk voelde hij zich sociaal inferieur en verlegen, maar Larsson kreeg geleidelijk aan zelfvertrouwen, werd een centrale figuur in het studentenleven en won zijn eerste medaille voor naaktmodeltekenen. Gedurende deze periode begon hij ook te werken als karikaturist en graficus om zijn ouders financieel te ondersteunen.
Na zijn afstuderen aan de Academie werkte Larsson als illustrator voor boeken, tijdschriften en kranten. In 1877 verhuisde hij naar Parijs, in de hoop zich te vestigen als beeldend kunstenaar. Deze jaren waren echter gevuld met frustratie en gebrek aan succes. Larsson meed bewust de opkomende Franse impressionistische beweging en gaf er de voorkeur aan om te gaan met andere Zweedse kunstenaars. Na twee zomers in Barbizon te hebben doorgebracht, een toevluchtsoord voor plein-air schilders, verhuisde hij in 1882 naar Grez-sur-Loing, een Scandinavische kunstenaarskolonie buiten Parijs. Deze verhuizing bleek een cruciaal keerpunt in zijn leven en carrière. Het was in Grez dat hij de kunstenares Karin Bergöö ontmoette, die al snel zijn vrouw zou worden. Daar stapte Larsson ook over van olieverf op aquarel, een medium waarin hij enkele van zijn belangrijkste en meest bepalende werken zou creëren, wat een significante verschuiving in zijn artistieke stijl en benadering markeerde.
Carl en Karin Bergöö trouwden in 1883 en kregen uiteindelijk acht kinderen (Suzanne, Ulf, Pontus, Lisbeth, Brita, Mats (die als baby stierf), Kersti en Esbjörn). Zijn gezin werd zijn belangrijkste inspiratiebron en zijn favoriete modellen. In 1888 schonk Karins vader, Adolf Bergöö, het paar een klein huis genaamd Lilla Hyttnäs in Sundborn, Dalarna. Carl en Karin transformeerden dit huisje gezamenlijk tot een uniek artistiek en huiselijk toevluchtsoord, dat hun verschillende smaken en de behoeften van hun groeiende gezin weerspiegelde. Karin, zelf een getalenteerd kunstenares en ontwerpster, speelde een cruciale rol in het interieurontwerp van Lilla Hyttnäs en creëerde veel van de textiel en meubels die in Carls schilderijen verschenen. Door Larssons wijdverspreide aquarellen en boeken werd Lilla Hyttnäs (nu Carl Larsson-gården) een van de beroemdste kunstenaarshuizen ter wereld, en belichaamde het een gezellige, levendige en uitgesproken Zweedse benadering van het huiselijk leven en interieurontwerp.
Larssons artistieke productie was divers en omvatte olieverfschilderijen, aquarellen en grootschalige fresco's. Hij is vooral bekend om zijn charmante en idyllische aquarellen die zijn gezinsleven in Lilla Hyttnäs uitbeelden. Deze werken, gekenmerkt door heldere kleuren, gedetailleerde interieurs en tedere afbeeldingen van huiselijke taferelen, vonden diepe weerklank bij het publiek. Larsson zelf beschouwde zijn monumentale werken, met name zijn fresco's in scholen, musea en andere openbare gebouwen, echter als zijn belangrijkste artistieke prestaties. Zijn magnum opus in dit genre was *Midvinterblot* (Midwinteroffer), een enorm olieverfschilderij van 6x14 meter dat in 1915 werd voltooid. Het werd besteld voor een muur in het Zweedse Nationaal Museum, maar werd na voltooiing controversieel afgewezen door het museum bestuur, een beslissing die Larsson diep teleurstelde. Decennia later werd het schilderij door het museum aangekocht en op de beoogde locatie geïnstalleerd. De fresco's in het Nationaal Museum (Intocht van Gustaaf Wasa in Stockholm) zijn ook belangrijke werken van hem.
Ondanks zijn persoonlijke voorkeur voor monumentale kunst, steeg Larssons populariteit enorm dankzij de vooruitgang in kleurreproductietechnologie in de jaren 1890. De Zweedse uitgever Bonnier bracht boeken uit die door Larsson waren geschreven en geïllustreerd, zoals *Ett hem* (Een thuis, 1899), met kleurreproducties van zijn aquarellen. De Duitse editie, *Das Haus in der Sonne* (Het huis in de zon, 1909), werd een enorme bestseller. Deze publicaties verspreidden zijn visie op een ideaal Zweeds huis wijd en zijd, en beïnvloedden de Zweedse interieurvormgeving en het concept van *folkhem* (volkshuis) aanzienlijk. Larssons autobiografie, *Jag* (Ik), voltooid kort voor zijn dood en postuum gepubliceerd (aanvankelijk in een gecensureerde versie), bood een openhartig en soms schokkend verslag van zijn leven. Na periodes van depressie en een lichte beroerte stierf Carl Larsson in januari 1919 in Falun, en liet een erfenis na als een van Zwedens meest geliefde en invloedrijke kunstenaars, wiens werk familie, thuis en de schoonheid van het dagelijks leven blijft vieren.