

Paul Désiré Trouillebert
FR
135
Kunstwerken
1829 - 1900
Levensduur
Biografie van de kunstenaar
Paul Désiré Trouillebert (1829 – 28 juni 1900) was een vooraanstaand Frans schilder, geassocieerd met de School van Barbizon, wiens veelzijdige carrière portretten, genretaferelen, landschappen, stillevens en oriëntalistische thema's omvatte. Geboren in Parijs, begon Trouillebert zijn artistieke reis onder leiding van Ernest Hébert en Charles Jalabert, beiden gerespecteerde academici. Hoewel zijn leraren hem een gepolijste academische stijl bijbrachten, leidden Trouilleberts artistieke neigingen hem uiteindelijk naar een expressievere en individuelere weg, met name in zijn gevierde landschappen die, hoewel ze weerklank vonden bij het werk van Jean-Baptiste-Camille Corot, toch onderscheidend bleven.
Trouillebert maakte zijn officiële entree in de Parijse kunstwereld met zijn debuut op de Salon van 1865, waar hij 'Portret van Mlle A…' exposeerde. Gedurende meerdere jaren, van 1865 tot 1872, bleven portretten zijn belangrijkste inzendingen voor de prestigieuze Salon, een strategische keuze aangezien dit genre over het algemeen goed werd ontvangen en minder snel conservatieve smaken zou uitdagen. In de jaren 1860 begon zijn artistieke focus echter resoluut te verschuiven naar landschapsschilderkunst. Deze verschuiving culmineerde in de tentoonstelling van 'Au Bois Rossignolet' op de Salon van 1869, een landschap dat lovende kritieken ontving en zijn groeiende toewijding aan het vastleggen van de nuances van de natuur markeerde. Beïnvloed door Corot en de Barbizon-traditie, omarmde hij het schilderen *en plein-air*, waarbij hij zich onderdompelde in de directe observatie van het Franse platteland, met name de rivierlandschappen en bosscènes, vaak doordrenkt met een zachte, lyrische kwaliteit.
De vergelijking met Corot werd een bepalend, en soms complex, aspect van Trouilleberts carrière. Zijn landschappen vertoonden zo'n treffende gelijkenis met Corots latere stijl dat ze soms werden verward met het werk van de oudere meester. Deze gelijkenis leidde tot een berucht incident waarbij een van Trouilleberts schilderijen, met een vervalste Corot-handtekening, werd verkocht aan de zoon van Alexandre Dumas. De daaropvolgende rechtszaak, hoewel het de kwestie van vervalsing benadrukte, bracht Trouillebert ook onbedoelde bekendheid. Critici uit die tijd waren soms hard, sommigen deden zijn werk af als louter imitatie. Hoewel de invloed van Corot onmiskenbaar is, bezitten Trouilleberts landschappen echter een eigen, onderscheidend karakter, tonaliteit en een gevoelige omgang met licht die hen apart zetten.
Ondanks de sterke associatie met landschapsschilderkunst en de vergelijkingen met Corot, beperkte Trouillebert zich nooit tot één enkel genre. Hij was een veelzijdig kunstenaar, die gedurende zijn hele carrière blijk gaf van aanzienlijke vaardigheid in portretkunst, evenals in stillevens en naakten. Zijn uitstapjes naar oriëntalistische thema's leverden opmerkelijke werken op zoals 'Haremmeisje' (Servante du harem) en 'De Oriëntaalse' (L’Orientale), waarmee hij zijn vermogen toonde om zijn stijl aan te passen aan diverse onderwerpen. Zijn naaktschilderij, 'De Badenden' (Les Baigneuses), werd bijzonder goed ontvangen op de Parijse Salon van 1884, het jaar waarin hij daar voor het laatst exposeerde met 'De Ganzenhoedster' (La Gardeuse d’Oies). Hij reisde uitgebreid door Franse regio's zoals Bretagne, Sarthe, en langs de Loire en de Seine, vaak schilderend vanaf zijn atelierboot, en legde scènes vast van vissers en vredige rivieroevers.
Trouilleberts stijl wordt gekenmerkt door een lichte, bijna dampachtige toets, en een meesterlijk vermogen om de subtiele effecten van licht op het landschap weer te geven, vooral bij zonsopgang of zonsondergang. Zijn los geschilderde landschappen, met hun focus op atmosferische omstandigheden zoals licht en regen, worden door sommigen gezien als voorbodes van aspecten van de impressionistische beweging. Hedendaagse critici prezen zijn vermogen om de natuur weer te geven met een "poëtische toets die een indruk van zeldzame waarheid geeft". Édouard-Joseph, in zijn 'Dictionnaire Biographique des Artistes Contemporains', prees Trouillebert als "een complete schilder", en benadrukte zijn vaardigheid in alle genres en stelde dat zijn aanzienlijke oeuvre "een eigen tonaliteit, een onbetwistbare originaliteit en een sterke persoonlijkheid behoudt die het onderscheidt van Corot". Zijn werken bevinden zich in talrijke prestigieuze museumcollecties wereldwijd, waaronder het Musée d'Orsay, het Metropolitan Museum of Art en de Hermitage.
Paul Désiré Trouillebert overleed in Parijs op 28 juni 1900. Hoewel zijn naam vaak werd geassocieerd met Corot, soms tot zijn nadeel, leeft zijn nalatenschap voort als die van een getalenteerde en veelzijdige kunstenaar die belangrijke bijdragen leverde aan de 19e-eeuwse Franse kunst. Hij zette met succes de tradities van de School van Barbizon voort, terwijl hij tegelijkertijd nieuwe expressievormen verkende die wezen op het evoluerende artistieke landschap. Meer dan alleen een volgeling van Corot, was Trouillebert een kunstenaar van aanzienlijke originaliteit, wiens diverse oeuvre waardering verdient voor zijn intrinsieke kwaliteit en onderscheidende visie.