
Kunstwaardering
Temidden van de rijke, aardse tonen van dit kunstwerk ligt een gevoel van arbeid en eenvoud, dat het leven van twee vastberaden vrouwen reflecteert die zich bezighouden met de bescheiden handeling van het oogsten van aardappelen. Van Gogh's penseelstreken zijn dik en expressief, en creëren een textuur die zowel het werk van de figuren als het omringende landschap vertelt. Met harken en scheppen stevig in hun handen is de concentratie van de vrouwen voelbaar, hun aanwezigheid diep geworteld in de grond die ze bewerken. De takken van de bomen strekt zich poëtisch achter hen uit, hun vormen contrasteren scherp met de grijze lucht die schijnt te omarmen de essentie van deze inspanning.
Het kleurenpalet omvat gedempte bruine tinten—die de aarde en planten suggereren—gecombineerd met donkere grijzen die de figuren omhullen, wat een contrast vormt met de lichtere achtergrond. Het is bijna onmogelijk om geen verbinding met deze scène te voelen; het is gemakkelijk zich de geluiden voor te stellen van het gereedschap dat op de grond slaat en het zachte geritsel van de wind tussen de bomen. Dit kunstwerk weerklinkt met een belangrijke historische betekenis, want het vangt een moment van het landleven in de 19e eeuw—een tijd waarin het werk fysiek uitdagender was en het landbouwlandschap de essentiële ritmes van het gemeenschapsleven illustreerde.